"Onze grootste tegenstander? Onszelf"

Net als hun mannelijke tegenhangers, zullen de RSCA Women het dit weekend opnemen tegen Brugge, zaterdag om 16u. Met 101 doelpunten in de Superleague en een eerste plaats, kunnen ze vol vertrouwen naar Brugge trekken. "Het motto tijdens deze play-offs is: niet verslappen, ook niet tegen tegenstanders die op papier zwakker lijken", legt een perfectionistische Charlotte Tison uit.

  • Dit artikel verscheen eerst in de Matchday Newsletter van vrijdag 30 april. Schrijf je hier in om als eerste dit soort artikels te ontvangen.

Na de 6-0 overwinning tegen Standard, hebben jullie de kaap van 100 doelpunten in de Superleague overschreden . Hoeveel gaan jullie er nog maken?

(Lacht) We hadden dit seizoen meer doelpunten kunnen verwachten, zeker met de transfer van Tessa Wullaert. Ze scoort veel en geeft veel assists. Maar ik had nooit gedacht dat we meer dan 100 doelpunten zouden maken voor het einde van het seizoen. Het is een fantastische prestatie. Maar als ik eerlijk ben, tellen we die goals niet echt. We proberen gewoon zoveel mogelijk doelpunten te maken in elke wedstrijd.

Het einde van de reguliere competitie en het begin van de play-offs waren iets moeilijker. Had de groep dit verwacht?

Het is niet ongebruikelijk om op een bepaald moment van het seizoen een kleine vormdip te hebben. We moeten niet panikeren. We hebben vorige week tegen Standard laten zien dat we de zaken onder controle hebben. Deze 6-0 overwinning tegen de tweede, de ploeg die nu zes punten achter ons staat (met één wedstrijd meer gespeeld dan de RSCA Women), is heel goed voor ons. Laten we niet vergeten dat Anderlecht voor veel tegenstanders de te kloppen ploeg is. We spelen vaak tegen een georganiseerd blok. Het is aan ons om met ons talent en onze tactische keuzes die blokken te ontwrichten.

Net als de mannen, reis jullie dit weekend naar Club Brugge. Hoe bekijken jullie deze wedstrijd?

Elke play-off wedstrijd is een kleine finale die met dezelfde concentratie gespeeld moet worden, zonder angst voor tegenstander. Voor elke wedstrijd moeten we hard werken op de training, zoals we ook nu al sinds het begin van de week doen. In werkelijkheid zijn wijzelf waarschijnlijk onze grootste tegenstander. Ons motto is: niet opgeven, ook niet tegen tegenstanders die op papier zwakker lijken.

Het seizoen is nog niet voorbij. Maar welke balans maak je tot nu toe op?

We hebben een geweldig seizoen gehad. Het mag verrassend klinken, maar ik denk dat we het nog beter kunnen. We hebben een aantal zeer grote overwinningen behaald. Maar een score vertelt niet het hele verhaal. Soms geven we onze tegenstanders nog te veel kansen. Op persoonlijk vlak, ben ik gelukkig. Ik heb de meeste wedstrijden en een paar doelpunten gemaakt. Mijn statistieken zijn niet slecht voor een nummer 6. Ik hoop dat ik het team kan blijven helpen tot het einde van het seizoen.

Hoe zie je de toekomst, met een nieuwe coach, het vertrek van Tine De Caigny, ...

Ik weet dat de club er alles aan doet om volgend seizoen weer een geweldig team neer te zetten. Wat mij betreft, blijf ik bij Anderlecht. En ik hoop weer in de Champions League te spelen. Voor de rest hoop ik in januari volgend jaar mijn Master in de Economie aan de VUB af te ronden.